Knir, knarren, Knor

'Knir...'

'Ja?'

'Dit is niet leuk, he?'

'Nee. Nou ja, hoezo eigenlijk, Knor?'

'Dat we hier zo liggen, ik bedoel...'

'Je bedoelt, onder de tafel weggemoffeld'

'Ja, ik bedoel, als dan toch je kop d'r af moet...'

'Snap ik, dan maar liever 'n beetje charmant.'

'Ja, je begrijpt me goed, Knir.'

'We zouden te pronk moeten liggen, op tafel'

'Juist. Dat verdienen we. Jij en ik, Knir.'

'Knorknor, met onze knarren boven op tafel, Knor.'

Zwabber

'Zo! Klaar!'

'Lekker opgeknapt, he?'

'Ja, ik dacht, laat ik maar weer 'ns even lekker zwabberen.'

'Zwabberen?'

'Ja, zwabberen.'

'Dit is toch geen zwabber?'

'Jawel... wel. Of, wat denk jij dan? Hoe heet dit ding dan?'

'Ja. Uhm, iets van een dweilding, of een mop ofzo.'

'Nou ja, een mop! Echt niet!'

'Nee, je hebt gelijk. Een mop is anders. Deze heeft sliertjes.'

'Precies, net als een zwabber. Zeemleren sliertjes alleen, geen stoffen sliertjes. '

'Okay, jij je zin. Dan noemen we dit een zwabber.'

'Ja! Een zwabber. Met zeemleren sliertjes.'

'Nou, ik ga weer, ajuus. Zwabberse nog he?'

'Goed, tot ziens! En nee, ik ben wel even uitgezwabberd.'

Wie van de twee?

'Oh, daar komt ie weer aan met dat beest!'

'Gadver, houdt het dan nooit op.

D'r gaat ook geen dag voorbij, he?'

'Moet je 'ns kijken hoe ze eruit ziet vandaag!

Die stoffer, met d'r pijpenkrullen!

Dat halsbandje! Een rode met sterretjes... gosh.'

'Weer een nieuw halsbandje? Verwend kreng!

Laat ie een keer een hondentoilet kopen voor d'r.'

'Mijn idee, scheelt ons weer natte voeten.'

'Oh, ik ben de pineut, daar komt ze aan.'

'Sterkte! Ja, ik ziet 't al, ze sast je weer

helemaal onder. '

'Wuuuuh, jasses. Wal-ge-lijk dit!'

Ze is van mij

'Die linker, die is van mij.'

'Mooi! Hoe heet hij?"

'Hij? Zij, dat zie je toch?'

'Oh ja, ahum, ja. Hoe heet zij?'

'Ik denk uhm.... Goudrug.'

'Goudrug?'

'Ja, ik ga haar Goudrug noemen!'

'Wanneer dan? Nu nog niet dan?'

'Nee, nog niet. Pas als ze van mij is. Later.'

Nee poes!

'Mieuw.'

'Nee poes, je weet dat dat niet mag!'

'Miauw.'

'Niet aan mijn rok gaan hangen. Niet doen!'

'Ieuw ieuw...'

'Denk erom hoor, ik zeg het nog 1 keer, poes!'

'Prrr prrrr...'

'Ik zie je kijken, wat een heerlijke panty om langs naar boven te klimmen. Vergeet 't maar, poes.'

'.......'

'Ja, kom maar mee, dan krijg je een schoteltje melk.'

Gesneuvelde paddestoel

'Oh! Wie heeft dat gedaan?!?'

'Die paddestoel omgetrokken?'

'Ja, welke rotzak heeft dat gedaan?!?'

'Ik niet hoor, echt niet, waarom zou ik, ik bedoel, misschien liep ik er tegenaan, maar dan ging dat helemaal per ongeluk, ik meen het!'

'Dus, jij hebt het gedaan? Sukkel!'

'Nee, nee, ik heb het niet gedaan, echt niet!'

'Ja, nu begrijp ik je niet meer! Wel! Of: niet!'

'Niet!'

'Ja, maar wie dan wel?!'

'Vraag dat maar aan de kaboutertjes.'

Het huis van Kees Kraamer

'Je weet wat daar gebeurd is?'

'Nee, geen idee, wat dan?'

'Heb je echt geen idee, echt niet?'

'Nee, echt niet, hoezo, is het zo erg?'

'Hoe komt het dat jij het niet weet, juist jij?'

'Ja, weet ik veel, dat weet jij vast beter, toch?'

'Heb je wel eens van Kees Kraamer gehoord?'

'Oh, dat verhaal, gruwelijk. Dat bedoel je toch?'

'Had ik het gezegd, je wist het wel, he?'

Afknijpen jij!

'He, schiet je nou eens op!'

'Hoezo, ik zit net, laat me effe zeg!'

'Ja ja, jou kennende heb je de zaterdagkrant meegenomen en lees je die nu van A tot Z!'

'Huh, hoe weet je dat?'

'Ik hoor al een kwartier lang papier ritselen.'

'Okay, ik ben nu bij de Wetenschap, heel interessant.'

'Ja, volgens mij staat er een artikel in over aambeien, op pagina 24, kijk maar.'

'Verhip, je hebt gelijk. Ook heel interessant!'

'Ja, schiet nou maar op. Afknijpen, wegwezen! Nu ben ik aan de beurt!'

'Nog even, ik heb 't bijna uit.'

'Ja doei, nu is het genoeg geweest! Ik kom eraan!'

De bruidegom

'Moet je nou 'ns kijken! Wie daar loopt!'
'Je bedoelt, die bruidegom?'
'Ja, kijk 'ns goed, ken je 'm nog?'
'Uhm, volgens mij is dat Rupert, die van Caroline!'
'Ik wist niet dat.....'
'Wat houdt hij die vrouw stevig vast, he?'
'Ja, alsof hij haar nooit meer los wil laten!'
'Begrijpelijk.'
'Ja, zeker, begrijpelijk.'

Doorvaren

'He! Heee daar! Kom terug!'
'Wat zeg je?!'
'Kom terug, man! Ik sta op deze brug!'
'Sorry, ik versta je niet!'
'Hier moet je naar toe. Hier!'
'Waarom zou ik?!'
'Omdat we hier afgesproken hebben, oen!'
'Welnee, je ziet me voor 'n ander aan, sufferd!'
'Huh, wie ben jij dan?'
'Kees, naast me zit Truus!'
'Oooh, sorry. Laat maar zitten dan. Vaar maar door.'

Gesprekje met de maan

'Hoi maan.'
'Hallo.'
'Hoe gaat het met je?'
"Oh, goed hoor. En met jou?'
'Jaaah, prima. Comme ci comme ca he?'
'Oh, wat betekent dat precies?'
'Mwah, alles gaat zijn gangetje, met ups and downs.'
'Ups and downs? Als bij eb en vloed?'
'Ja, daar lijkt het op, op eb en vloed.'
'Dat herken ik. Ik heb dat ook regelmatig.'
'Ja?'
'Jazeker, het komt altijd weer terug he, ups en downs, eb en vloed, steeds weer komt 't terug.'

Te koop

'Zie je die vrouw daar?'
'Welke, die grote dikke?'
'Ja, die met die grote tas en dat hoedje op.'
'Ja, die zie ik, wat is er met haar?'
'Die gaat ons kopen zodadelijk. Wedden?'
'Mmmm, zou je denken? Waarom zij?'
'Ik zie de koopdrift in haar ogen en ze houdt van paarden.'
'Hoe weet je dat ze van paarden houdt?'
'Gewoon, dat zie ik aan hoe ze loopt. Wijdbeens. Kijk maar!'
'Verhip, je hebt gelijk!'

Psssst

'Psssst'
'Wat? Is daar iemand?'
'Ja, pssst. Kom eens hier!?'
'Ja doei, ik heb haast, geen tijd!'
'Kom op zeg, voor mij toch wel eventjes?'
'Niks d'r van. Ik kom niet!'
'Ik wacht wel, ik heb tijd genoeg.'
'Tja, dat zou je zeggen, ja. Maar ik niet.'
'Wacht maar af, eens kom je!'
'Natuurlijk, maar nu niet. Doei!'

Niet zeuren

'Niet zeuren hoor.'
'Huh, zeuren? Waarover?'
'Over dat de weg zo lang is.'
'Natuurlijk niet, waarom zou ik?'
'Oh, nou, dan is het goed.'
'Mmm, rare snuiter ben jij.'
'Zal wel....'
'Maar ik heb wel dorst, jij?'
'.... zucht..... '

Het spijt me zo

'Oh, hier lig je!
.....
'Wekenlang, nee maandenlang zocht ik je!
.....
'En nu vind ik je hier! Maar dit had ik niet verwacht!
.....
'Ik wist het niet. Echt niet!
......
'Het spijt me zo, vergeef me, ik wist het niet!'
'Laat me maar, het is goed zo. Het is goed waar ik nu ben'

Achter de rode deur

'Ga je mee, wandelen over het bergpad?'
'Nou...'
'Wat is er?'
'Nou, dan moet ik weer door de rode deur en daarachter zit de gans, die waakgans.'
'Geeft toch niet, die gans doet niks.'
'Maar hij sist altijd zo als ik voorbij loop.'
'Ja, wat wil je, het is toch een waakgans?'
'Vooruit dan maar, als jij langs dat beest loopt, dan blijf ik wel achter je.'

Bij de meerpaal naast de steiger

'Hallo, met mij.'
'Si, pronto.'
'Spreek nou gewoon maar Nederlands. Ik ben er!'
'Excuse, signora, ik jou niet verstaan.'
'Ja, gekkie, ik ben er hoor. Ik wacht op je.'
'Si, si, si, ik komme jou halen. Wacht nog tien minuten. Ik kom zo, he.'
'Aaah, grazie corazon, ik wacht hier. Herken je me nog?'
'Maar uhm, natuurlijk, jij bent blond en lekker mollig.'
'Precies! Ik zit bij de meerpaal naast de eerste steiger. Arriverderci!'
'Aaah, claro, si si si .... Arriverderci.'

De wind kust het water

'Kom 'ns naast me zitten.'
'Waarom?'
'Kom nou maar zitten en luister eens.'
'Waarnaar?'
'Naar de wind, ze komt van de overkant, hoor maar.'
'Ja, ik hoor het maar .....'
'De wind geeft kusjes, hoor je? Ze kust het water, hoor maar, elke flonkering is een kus.'

Dansen?

'Zullen we dansen?'
'Altijd goed, wat doen we, Salsa of Rumba?'
'Je zult het wel merken, dans maar.'
....
'Ja, dit bevalt me, je leidt goed.'
'Sssst, niet zoveel praten, even tellen hoor...'
'Ik zeg toch niks?'
'Precies, niks meer zeggen, maar dansen'

zelf gecreeerde wereld

'Mevrouw, mag ik een fotootje maken van uw tuin?'
'Natuurlijk, kom verder.'
'Houdt u dit zelf allemaal bij?'
'Jazeker, ik werk elke dag in mijn tuin. Maar ik werk heel langzaam.'
'Omdat u ziek bent?'
'Ja, omdat ik ziek ben.'
'U creeert uw eigen wereld hier he?'
'Jazeker, ik heb mijn eigen uitzicht gemaakt.'
'Dan gaat u zitten en u kijkt om u heen?'
'Ja, zo doe ik dat, ik kijk de hele dag.'